De wieg van de e-tron bezoeken, op een moment dat er nog niets van deze auto de buitenwereld mag worden ingestuurd: het blijkt geen eenvoudig verzoek. Na talloze telefoontjes en uitvoerig mailverkeer worden we dan toch in de fabriek in Vorst, waar de e-tron exclusief gebouwd wordt, ontvangen. We krijgen er allereerst een gedetailleerde briefing van security coördinator Claude Debbaut. ‘In aanloop naar het moment dat de auto wordt gelanceerd verhinderen we dat interne medewerkers of externe bezoekers foto’s maken.’ Het is geen sinecure om die absolute geheimhouding te garanderen, in fabriekshallen waarin 2.000 medewerkers werken en er een voortdurend af- en aanlopen van toeleveranciers is.

‘We delen Audi Vorst in drie zones in, met drie kleuren en met drie spelregels. De rode zones zijn gekenmerkt door een ‘hooggevoelig veiligheidsbereik’. Hier moet het Audi-personeel de smartphones verzegelen. Bezoekers – voorzover al toegelaten door het aandachtige securitypersoneel – laten er alles achter in kastjes en krijgen een badge alvorens de schuifdeuren opengaan. Naarmate de e-tron meer richting serieproductie evolueert, zal het overgrote deel van de fabriek rode zone worden’, zegt Debbaut. ‘Foto’s van onderdelen van de auto en van de batterijtechnologie, zogenaamde know how photos, zijn immers net zo gewild als beeldmateriaal van de afgewerkte auto.’ De productiehal waarin de batterijen worden gemaakt – Audi Brussel is de enige constructeur die de batterijen én de auto zelf in dezelfde fabriek maakt – is een no go zone. De Audi e-tron is gewapend met 400 volt. Iedereen, inclusief bezoekers, moet een veiligheidsopleiding van een halve dag volgen alvorens zelfs maar een voet binnen te mogen zetten. Naast discretie is ook veiligheid een prioriteit bij Audi.

Onder begeleiding mogen we wel naar hal F1, het zogenaamde Vorserienlager. Hier liggen de nieuwe onderdelen van de Audi e-tron. Ze worden op afroep in gele bakken richting de productielijnen gebracht, waar de Audi e-tron modellen in elkaar worden gezet. ‘Geel, zodat de Audi-medewerkers meteen zien dat dit e-tron materiaal is’, zegt Wim Flebus, Hoofd van de Voorserie-logistiek. Dit is de aanloopfase, nog een heel eind verwijderd van de serieproductie. Audi maakt deze ‘voorseriemodellen’ voor intern gebruik en kwaliteitscontrole. Eenmaal klaar, vertrekken ze – in verzegelde vrachtwagens – naar de verschillende afdelingen en testbanken van Audi, om bijvoorbeeld de elektronische circuits, de software, de motoren of de carrosserie te testen. Nog andere modellen gaan richting woestijn om weersbestendigheid te testen, of eindigen in de kreukels na een crashtest. Stelselmatig worden er in 2018 meer Audi e-tron modellen op de band gezet; aanvankelijk slechts een handvol per dag, gewoon naast de A1.

Ritter sluit af met een voorspelling voor de toekomst van mobiliteit: "Bijna geruisloos optrekken, dat wordt het nieuwe ‘cool’. Mensen zullen het geluid van benzine- en dieselmotoren op snelwegen blijven accepteren, maar ze worden intolerant voor luide geluiden in stedelijke gebieden. Elektrificatie biedt een goed alternatief. Wat puur elektrische voertuigen betreft, zal het bereik een belangrijke factor zijn naast het feit dat je geen lokale uitstoot produceert wanneer je rijdt. Ik kijk nu al erg uit naar het moment dat het volledig elektrische model van Audi beschikbaar wordt." De toekomst van elektromobiliteit blijft een opwindend onderwerp en één ding is zeker: de Ritter-familie zit in de voorhoede.

Kunnen we dan misschien alleen maar een glimp opvangen van de e-tron? Audi biedt een compromis: we krijgen toegang tot het AVZ (Analyse- und Vorseriencenter), de werkplaats waar de Audi e-tron handmatig wordt samengesteld. Hier staan wat in het jargon van Audi de ‘Vorserien- Objekte of TAKs (teil-ausgestattete Karosse) van de e-tron heten. We krijgen zelfs een exemplaar te zien... maar dan onder zeil. Telkens wanneer er een e-tron blootgesteld wordt aan vreemde ogen (of aan de buitenlucht, als hij op de vrachtwagen wordt geladen) wordt er een zilvergrijs zeil rond de carrosserie gespannen. Bij testritten op het Audi testparcours krijgt de auto de kenmerkende camouflagekleur. Onze fotograaf wordt nog voor de ingang van het Vorseriencenter (VSC) beleefd maar kordaat tegengehouden. We moeten het VSC ongewapend binnen – ook de smartphones verdwijnen in een locker achter slot en grendel. Maar zelfs dan zien we de argwanende blikken van de Audi-medewerkers. We voelen ons indringers. De schuifdeuren openen zich, we betreden een hagelwitte ruimte waar technici met laptop in de hand heen en weer lopen. We zijn amper twee minuten lang binnen en moeten op respectabele afstand blijven staan. Maar dan nog: onder het zilvergrijze dekzeil, tien meter van ons, staat een Audi e-tron. Dé e-tron. In de loop van 2018 klaar om onthuld te worden, maar vooralsnog het best bewaarde geheim van het merk met de vier ringen.