quattro met viscokoppeling

Wie Audi kent, weet wat quattro is. En wie eenmaal met quattro heeft gereden, wil niet anders meer. Waarom? Omdat deze aandrijving het motorvermogen zo goed op de weg brengt.

quattro is een permanente vierwielaandrijving. Om te voorkomen dat de wielen op een as doorslippen, wordt aandrijfpower naar de andere as gestuurd. In de Audi R8 werkt dit via een direct reagerende lamellenkoppeling met geoptimaliseerde werking, waardoor het aandrijfkoppel variabel over de voor- en achteras is te verdelen.

Vanwege de middenmotor legt quattro in de R8 de nadruk op de achteras. De transmissie zit achter de in lengterichting gemonteerde motor. Via een extra uitgaande as gaat een deel van de power via de cardanas naar de voorwielen. Daar zorgt een viscokoppeling voor de verdere verdeling. De basisopzet van de aandrijflijn is dat 15% van het vermogen naar de vooras gaat en 85% naar achteren. Er kan maximaal 30% naar voren gaan. Een sperdifferentieel in de achteras zorgt voor nog meer dynamiek. Als een van de vier wielen doorslipt, remt het elektronische sperdifferentieel (EDS) dit af.

00:00 | 00:00

In de R8 ligt de nadruk op de achterwielen, zoals dat hoort in een sportauto

Ook in de R8 zorgt quattro voor de eigenschappen die bij Audi horen: een uitstekende tractie, zo goed als zonder slip accelereren, extra rijdynamiek en een verbeterde koersvastheid. En niet op de laatste plaats: nog meer rijplezier.