quattro met middendifferentieel

Wie Audi kent, kent quattro. Wie eenmaal met quattro heeft gereden, wil niet anders meer. Waarom? Omdat deze aandrijving het motorvermogen zo overtuigend op het asfalt overbrengt.

quattro is een permanente vierwielaandrijving. Als de wielen van een as grip verliezen of dreigen door te slippen, gaat de aandrijfkracht naar de andere as. Het zelfsperrende middendifferentieel met wielafhankelijke koppelverdeling (torque vectoring) regelt dit automatisch en permanent. De basisverdeling is dat 40% van de aandrijving naar voren gaat en 60% naar achteren. Indien nodig kan tot 70% naar voren en tot 85% naar achteren, om optredende wielslip te pareren.

De voordelen zijn een betere tractie tijdens accelereren en een verhoogde veiligheid dankzij de goede grip. Tot zover de techniek, want het is het gevoel dat rijden met quattro zo bijzonder maakt. “Alsof de auto aan de weg kleeft”, zeggen veel klanten. Wij formuleren het als volgt: quattro zorgt voor een zo goed mogelijk wegcontact en is veiliger.

00:00 | 00:00

Met het sportdifferentieel is het alsof er op rails wordt gereden

Het optionele quattro met sportdifferentieel versterkt dit onnavolgbare quattro gevoel. Auto’s vertonen tijdens insturen en in bochten onderstuurneigingen. Dat is een normaal natuurkundig proces: een bewegend lichaam verzet zich tegen richtingsverandering. De elastische banden en beweegbare delen van het onderstel verstijven als het ware, totdat de auto de nieuwe richting volgt. Tijdens versnellen uit bochten drukt er minder gewicht op de vooras, waardoor deze minder dwarskrachten op de banden kan overbrengen. De auto onderstuurt.

Met het sportdifferentieel in de achteras wordt dit grotendeels tegengegaan. Aan het quattro differentieel in de achteras zijn links en rechts tweetraps overbrengingsunits toegevoegd. Deze zorgen ervoor dat de afzonderlijke wielen een verschillende hoeveelheid koppel ontvangen. Een elektrohydraulische actuator bedient de koppelingen. Aan de hand van onder meer de stuurhoek, dwarsversnelling, gierhoek en snelheid berekent de regelunit de voor de rijsituatie passende koppelverdeling. Tijdens insturen of uit een bocht accelereren gaat er gericht kracht naar het buitenste achterwiel.

Het effect: de aandrijfkracht duwt de auto als het ware de bocht in en deze volgt de hoek die de voorwielen maken. De links en rechts verschillende aandrijfkrachten sturen mee en de tot nu toe gebruikelijke stuurcorrecties zijn vrijwel niet meer nodig. De handling is goed controleerbaar en sportief en de auto voelt lichtvoetiger aan, terwijl bovendien de tractie uitstekend is.