Evolutie x visie: Audi quattro-aandrijving
missing translation: fa.article-intro.reading-time – Tekst: Patrick Morda – Vertaling: Stefan Wilms – Fotografie: Fritz Beck – Video: graupause – 04/15/2025
missing translation: fa.article-intro.reading-time – Tekst: Patrick Morda – Vertaling: Stefan Wilms – Fotografie: Fritz Beck – Video: graupause – 04/15/2025
Door het grote, licht getinte raam dat de testbank van de bedieningsruimte scheidt, is een complex van kabels, slangen en consoles te zien, met in het midden een aandrijflijn. “Je zou kunnen zeggen dat we het middelpunt zijn van de aandrijflijnontwikkeling van Audi AG”, legt Dieter Weidemann uit. “Op de verdiepingen boven ons werken we aan de ontwikkeling van nieuwe motoren en transmissies en de doorontwikkeling van bestaande.” Op de begane grond, achter het dikke glas van de testbanken van het transmissiecentrum, worden volgens uiteenlopende criteria duurtests en proeven uitgevoerd voor modellen met voorwiel- en vierwielaandrijving. Hoewel niemand het over vierwielaandrijving heeft, benadrukt Weidemann. “Bij Audi noemen we dat quattro.”
In het transmissiecentrum worden aandrijflijnen, waaronder vanzelfsprekend ook quattro-vierwielaandrijving, aan duurtesten onderworpen.
In het transmissiecentrum worden aandrijflijnen, waaronder vanzelfsprekend ook quattro-vierwielaandrijving, aan duurtesten onderworpen.
Het succesverhaal van deze techniek begon met de introductie van de Audi quattro in 1980. “De techniek was licht en compact, waardoor deze voor het eerst geschikt was voor sportieve productiemodellen”, legt Weidemann uit. Sindsdien heeft deze techniek herhaaldelijk voor opschudding gezorgd, zowel in de autosport als in serie geproduceerde modellen. Dit was ook te danken aan huzarenstukjes zoals het beklimmen van besneeuwde skischansen en de beroemde Streif-skipiste bij Kitzbühel (Oostenrijk). Dieter Weidemann: “Deze prestaties hebben hun stempel gedrukt op de technologie.” De oppermachtige rijervaring en de daaraan gekoppelde veiligheidsbeleving op sneeuw en ijs, dus ondergronden met een bijzonder lage wrijvingscoëfficiënt (low-μ), zijn voor de ontwikkelaars heel belangrijk. Weidemann benadrukt dat die sensatie precies is wat quattro-rijders waarderen.
De ingenieur is al meer dan 25 jaar bij de verbetering van de quattro-technologie betrokken. “Ik ben begonnen met moduleontwikkeling. Daar heb ik onder meer aan het middendifferentieel gewerkt, het hart van veel quattro-modellen.” Ook toen al bracht hij veel tijd door bij testbanken en op testcircuits. “Tot mijn takenpakket behoorde altijd het beoordelen van rijeigenschappen, rijdynamiek en rijcomfort. De testbanken leveren ons waardevolle gegevens en inzichten op, uiteraard onder laboratoriumomstandigheden. Maar uiteindelijk moet je de technologie ervaren en voelen om de gewenste rijpheid te ontwikkelen.” Vandaag de dag zijn Weidemann en zijn team verantwoordelijk voor de afstemming van precies deze eigenschappen in alle ontwikkelingen die door Audi in eigen beheer worden gedaan.
Dieter Weidemann werkt sinds 1997 bij Audi AG. Vaak houdt hij zich bezig met de doorontwikkeling van quattro-aandrijving.
De onderdelen van het middendifferentieel, het hart van veel quattro-varianten, getuigen van zowel precisie als innovatie.
Dieter Weidemann werkt sinds 1997 bij Audi AG. Vaak houdt hij zich bezig met de doorontwikkeling van quattro-aandrijving.
De onderdelen van het middendifferentieel, het hart van veel quattro-varianten, getuigen van zowel precisie als innovatie.
“De quattro-aandrijving zal altijd deel uitmaken van het Audi-DNA. De quattro-techniek is immers een van onze grootste prestaties en historisch gezien misschien wel de belangrijkste”, aldus Weidemann. Hoewel in de beginjaren de nadruk nog op veiligheid en tractie lag, zijn in de loop der jaren andere eigenschappen steeds belangrijker geworden. “In het begin van de jaren nul, maar op zijn laatst in 2008 met de komst van het sportdifferentieel, verschoof de focus naar rijdynamiek. Later, met de ultra-technologie en de eerste volledig elektrische e-tron-modellen, kwam efficiëntie centraal te staan.” Maar ook bij quattro-aandrijvingen waarbij een verbeterde efficiency centraal staat, blijven de kernwaarden tractie en rijdynamiek heel belangrijk.
Onder andere Korbinian Weber en Bastian Heidler zijn er verantwoordelijk voor om de quattro-technologie naar het elektrische tijdperk te begeleiden. “We benutten dezelfde infrastructuur als voor aandrijflijnen met verbrandingsmotoren. Uiteindelijk moet een elektrische auto immers dezelfde evenwichtige quattro feeling bieden, met de juiste verhouding van soevereine, scherpe en harmonieuze eigenschappen”, verschaft Weber inzicht in de benadering achter de schermen. Bastian Heidler: “Ook al berusten die eigenschappen technisch op geheel andere oplossingen.”
Om met elk type aandrijflijn een consistent quattro-gevoel te bieden, is de uitwisseling van kennis en ervaring cruciaal in de transitie van quattro-technologie naar het elektrische tijdperk.
Om met elk type aandrijflijn een consistent quattro-gevoel te bieden, is de uitwisseling van kennis en ervaring cruciaal in de transitie van quattro-technologie naar het elektrische tijdperk.
De weg omhoog op het offroadparcours van het Audi driving experience center in Neuburg heeft een hellingspercentage van 55 procent. De perfecte plek om het quattro-gevoel te ervaren. Midden op de heuvel blijft de Audi SQ6 e-tron staan. Omdat de elektromotor op de vooras bij het stoppen een klein beetje in de rijrichting draait, er komt in feite al spanning op te staan, en er sprake is van vierwielaandrijving, rolt de auto bij het verder rijden niet terug en treden er geen schokken op. In de quattro-aflevering van Audi Hot Laps is dat goed in beeld gebracht.
De beschreven Audi driving experience-training vond plaats op een afgesloten terrein onder begeleiding van professionele instructeurs. De rijtechnieken die tijdens de trainingen aan bod komen, mogen alleen op de openbare weg worden toegepast als dat binnen de verkeersregels past.
De beschreven Audi driving experience-training vond plaats op een afgesloten terrein onder begeleiding van professionele instructeurs. De rijtechnieken die tijdens de trainingen aan bod komen, mogen alleen op de openbare weg worden toegepast als dat binnen de verkeersregels past.
De elektrische quattro-vierwielaandrijving, zoals toegepast in modellen op het nieuwe Premium Platform Electric waaronder de Audi Q6 e-tron, werkt met twee elektromotoren: een compacte permanent-magneet-synchroonmotor (PSM) op de achteras en een asynchrone motor (ASM) op de vooras. “De PSM is de hoofdmotor en de ASM komt alleen in actie als dat nodig is. De verbinding tussen voor- en achteras, dus wat met een verbrandingsmotor op mechanische wijze gebeurt, bestaat hier alleen uit een softwarenetwerk”, legt Heidler uit, die sinds 2016 voor Audi AG elektrische aandrijvingen ontwikkelt. Het systeem heeft slechts zo’n 30 milliseconden nodig om de elektromotoren op de rijomstandigheden te laten reageren. “Razendsnel dus en veel sneller dan bij systemen met mechanische verbindingen”, benadrukt ook Korbinian Weber.
De technologie regelt continu en volledig variabel de vraaggestuurde verdeling van het aandrijfkoppel over beide assen. Dat kan van 0 tot 100 procent en in een fractie van een seconde. Dit gebeurt als het ware proactief, voordat er bij gladheid of in snel genomen bochten slip optreedt of de auto onder- of overstuur vertoont. “Onze volledig elektrische modellen vertonen dezelfde onverstoorbaarheid en dynamiek waar Audi al decennia om bekendstaat. Het enige verschil is dat onze nieuw ontwikkelde elektrische aandrijflijnen deze rijprestaties zeer efficiënt en stil leveren, en dat ze daardoor nog comfortabeler zijn.”
Bastian Heidler ontwikkelt sinds 2016 elektrische aandrijvingen bij Audi.
De nieuwe, krachtige elektromotor voor het PPE-platform is bijzonder stil en efficiënt.
Bastian Heidler ontwikkelt sinds 2016 elektrische aandrijvingen bij Audi.
De nieuwe, krachtige elektromotor voor het PPE-platform is bijzonder stil en efficiënt.
De uitwisseling van kennis en ideeën tijdens de ontwikkelingsfase door specialisten als Dieter Weidemann is bijzonder waardevol. Dat beide assen ondanks quattro niet fysiek met elkaar verbonden zijn, is niet nieuw voor Audi. “Zo’n tien jaar geleden kwamen we al met het op efficiëntie gerichte quattro met ultra-technologie voor toepassing met conventionele motoren”, verduidelijkt Weidemann. Daarin worden twee koppelingen gebruikt. Als het systeem overschakelt op de efficiënte voorwielaandrijving, ontkoppelt de voorste koppeling. Die lamellenkoppeling zit aan de uitgaande kant van de transmissie. Het gevolg: er gaat geen aandrijfkoppel meer richting achteras. “Ook een tweede koppeling, in de achteras, verbreekt de verbinding. Zo zorgen we ervoor dat de belangrijkste bronnen van wrijvingsverliezen in het achterste deel van de aandrijflijn stationair blijven.”
Het is aan de intelligente aansturing te danken dat er nog steeds sprake is van quattro permanente vierwielaandrijving. Een uitgebreid sensorsysteem ontvangt continu gegevens over de rijdynamiek, de wegconditie en het rijgedrag en berekent met behulp van simulatiemodellen wat eraan komt. “Dankzij deze vooruitziende blik is de quattro-aandrijving met ultra-technologie altijd klaar voor actie, nog voordat deze werkelijk gevraagd is. De functionaliteit van het systeem is daardoor niet van een permanente vierwielaandrijving te onderscheiden”, legt Weidemann uit. In principe werkt het in de nieuwe volledig elektrische modellen van Audi precies hetzelfde.
De quattro-aandrijving is in de loop der decennia continu verbeterd. Telkens leverde deze techniek nieuwe mijlpalen op en recent is de overgang naar volledig elektrische mobiliteit met succes gemaakt. Internationaal gezien heeft tegenwoordig meer dan vijftig procent van de Audi-modellen quattro-aandrijving. “Ten opzichte van de verbrandingsmotor met zijn 45-jarige quattro-historie staat e-quattro nog maar aan het begin”, weet Heidler. Weidemann en Heidler vertrouwen erop dat het succesverhaal van Audi doorgaat. Beiden zeggen dat er aan nieuwe ideeën geen gebrek is.
Bastian Heidler en Korbinian Weber zitten voor controleschermen en bekijken een e-aandrijving in een testopstelling.
Bastian Heidler en Korbinian Weber zitten voor controleschermen en bekijken een e-aandrijving in een testopstelling.